Gemeente informatie moeilijk toegankelijk
Doofgeborenen: verschil tussen volwassenen, jongeren en kinderen
Iemand die doof of ernstig slechthorend geboren is en geen gebruik maakt (of kan maken) van een hoorhulpmiddel of een Cochleair Implantaat (CI), hoort zo weinig dat je zonder gebaren niet of nauwelijks een gesprek met hem of haar kunt voeren. Daarnaast is een doof persoon niet altijd goed te verstaan.
Ook kan iemand die van jongs af aan doof is moeite hebben met lezen. Dat betekent dat folders, brieven en websites van de gemeente soms moeilijk toegankelijk zijn voor doven. Er zijn doofgeboren mensen met een goede opleiding en een baan. Maar vaak krijgen doven vanwege hun beperking werk onder hun niveau. Voor veel dove volwassenen is de Nederlandse Gebarentaal (NGT) de meest toegankelijke taal. De Nederlandse Gebarentaal is een echte taal met een eigen grammatica, die anders is dan de grammatica van gesproken taal. Doofgeboren volwassenen communiceren onderling doorgaans in gebarentaal en delen een Dovencultuur: activiteiten en gebruiken binnen de dovengemeenschap. Met behulp van een tolk NGT kun je als horende een gesprek voeren met dove mensen.
Tegenwoordig krijgen bijna alle doofgeboren kinderen op jonge leeftijd (vóór hun eerste levensjaar) twee Cochleaire Implantaten (CI’s). Er bestaan aanzienlijke verschillen tussen kinderen ten aanzien van de effecten van CI voor hun communicatie en hun ontwikkeling. Veel van deze kinderen leren dankzij hun CI’s behoorlijk tot goed verstaan, praten en lezen. Maar in een rumoerige situatie is een CI bijvoorbeeld vaak ontoereikend en kan gesproken taal lang niet altijd worden verstaan. Kinderen en volwassenen met een CI hebben doorgaans meer moeite met geschreven taal dan horenden.
Sommige doven hebben pas als (jong)volwassene een CI gekregen. Zij hebben in hun jonge jaren gesproken taal gemist, terwijl kinderen juist in hun eerste levensjaren het meest taalgevoelig zijn, en zijn soms, maar lang niet altijd, opgevoed met gebarentaal. Hun spreek- en leesvaardigheid blijft in de regel erg achter bij die van hun horende leeftijdsgenoten.